Het Nederlandse gedoogbeleid werd officieel geïntroduceerd. Dit beleid staat het bezit van kleine hoeveelheden cannabis (maximaal 5 gram) en de verkoop in coffeeshops toe. Hierdoor ontstond het unieke coffeeshopmodel, dat wereldwijd bekend werd. Echter, de productie en teelt bleven verboden, wat leidde tot een illegale markt voor de aanvoer van cannabis naar de coffeeshops.

Gedurende deze periode groeide het aantal coffeeshops aanzienlijk. Dit bracht echter ook nadelen met zich mee, zoals de toename van georganiseerde criminaliteit die betrokken raakte bij de teelt van cannabis. Er was sprake van een schemergebied waar de verkoop gedoogd werd, maar de aanvoer crimineel bleef.

De maatschappelijke en politieke druk om de illegale cannabisaanvoer aan te pakken, nam toe. Burgemeesters, gemeenten en politie trokken regelmatig aan de bel over de moeilijkheden rond de criminaliteit aan de “achterdeur”. Ondanks dit, bleef een politiek akkoord over regulering uit.

De roep om een gereguleerde markt werd luider. Verschillende politieke partijen, lokale overheden en de bond van cannabis detaillisten (bcd) begonnen steeds actiever te pleiten voor een volledige regulering van de cannabisketen.

De tweede kamer stemde voor de wet gesloten coffeeshopketen, een wet die de basis legde voor het wietexperiment. Het doel van deze wet was om de teelt en distributie van cannabis binnen een gecontroleerd systeem te testen, waarbij de gehele keten – van productie tot verkoop – gereguleerd zou worden. Dit zou ervoor zorgen dat coffeeshops legaal bevoorraad zouden worden en de betrokkenheid van criminele organisaties beperkt zou worden.

Na de goedkeuring van de wet in 2017, begon het selectieproces voor de deelnemende gemeenten. Tien gemeenten werden geselecteerd op basis van verschillende criteria, zoals de lokale steun voor het experiment, de aanwezigheid van coffeeshops en de bereidheid om deel te nemen.

De deelnemende gemeenten zijn:
o Arnhem
o Almere
o Breda
o Groningen
o Heerlen
o Hellevoetsluis
o Maastricht
o Nijmegen
o Tilburg
o Zaanstad

De officiële aankondiging van de start van het wietexperiment volgde. Het doel van dit experiment was om de effecten van gereguleerde teelt en verkoop van cannabis op volksgezondheid, criminaliteit en openbare orde te meten. Hierbij werden de productie en distributie streng gecontroleerd door de overheid.

Voorbereidingen voor het experiment werden getroffen. Dit omvatte het aanwijzen van telers die onder strikte voorwaarden cannabis mochten telen. De telers werden geselecteerd op basis van criteria zoals betrouwbaarheid, de capaciteit om op grote schaal te produceren en hun vermogen om aan de kwaliteitsnormen te voldoen.

De eerste oogsten van legaal geteelde cannabis werden geproduceerd en geleverd aan coffeeshops in deelnemende gemeenten. Dit markeerde het begin van de daadwerkelijke uitvoering van het wietexperiment, waarin coffeeshops voor het eerst legaal konden worden bevoorraad.